Vancouver Island, British Columbia (dag 4)

Wie gewend is aan de bergen, sneeuw, valleien en wilde dieren in British Columbia mist vaak nog één ding: de zee. Daarvoor bezoek je Vancouver Island. Het eiland wordt weliswaar druk bezocht door toeristen, het wekt een kalme en vredige indruk dankzij haar grote afmetingen. Vancouver Island is de ideale bestemming voor het spotten van walvissen en er zijn verschillende nationale parken. Het Pacific Rim National Park (aan de zuidwestkust) en Strathcona Provincial Park met de ruige bergen (in het binnenland) zijn het meest bijzonder. Daarnaast trekken de Broken Group Islands kajakkers aan en gaan surfers naar Long Beach. Voor cultuurliefhebbers is de stad Victoria met haar historische gebouwen, schilderachtige haven en promenades een aanrader. Verwacht hier niet een bruisend centrum zoals in Vancouver: in Victoria proef je de koloniale Britse sfeer en men houdt er veel Engelse tradities op na.

Geschiedenis

De vroegste bewijzen van menselijke beschaving op Vancouver Island zijn duizenden jaren oud. Inheemse stammen zoals de Kwakwaka’wakw, bevolkten met name de oostkust van het eiland.
Vanaf het einde van de achttiende eeuw ontdekten de Europese grootmachten de potentie van het eiland op het gebied van bont- en dierenhandel, met een ware concurrentiestrijd tussen de Engelsen en de Spanjaarden als gevolg. Het pleit werd uiteindelijk op een redelijk vriendelijke manier beslecht in de vorm van gedeeld eigendom. Het eiland kreeg de naam van de twee voormannen van de Spaanse en Britse afvaardigingen, Juan Francisco de la Bodega y Quadra en George Vancouver. Zo prijkte vanaf dat moment 'Quadra’s and Vancouver’s Island' op de kaarten. De Spanjaarden richtten zich vervolgens op hun zuidelijker gelegen bezittingen, waardoor Engeland het eiland uiteindelijk zonder enig bloedvergieten in handen kreeg. Historisch gezien is dat redelijk bijzonder. De naam van het eiland werd door de Engelsen veranderd in Vancouver Island.
In 1867 werd de onafhankelijke staat Canada uitgeroepen. In dezelfde eeuw werden er in het zuidwesten van het land goud en grote hoeveelheden steenkool gevonden, die enorme aantallen mijnwerkers uit de hele wereld aantrokken. De Aziatische immigranten, zo typerend voor de huidige stad Vancouver, vormden in het begin twintigste eeuw al elf procent van de bevolking op het eiland.
In de Tweede Wereldoorlog waren dreigende Japanse aanvallen een gevaar. Ook legden twee hevige aardbevingen het dagelijks leven op het eiland stil. Na de oorlog kwam het eiland echter tot bloei en werd het toerisme een belangrijke economische pijler.

Klimaat

De hoge toppen op het eiland, waarvan de Golden Hinde met 2.200 meter de hoogste is, vormen een groot obstakel voor de wolken die vanuit de Grote of Pacifische Oceaan landinwaarts trekken. Het weer in het westelijke deel van Vancouver Island wordt grotendeels bepaald door de bergen en de oceaan. Hoe verder je noordelijk en landinwaarts gaat, hoe extremer het weer kan zijn. De zuidelijke kuststrook kent mild weer.
De lente is een mooi en goed seizoen voor een bezoek aan Vancouver Island. De temperatuur ligt overdag tussen de 11 en 15 graden Celsius. In deze periode kunnen wandelpaden in de bergen nog besneeuwd zijn; het hike-seizoen begint pas echt in juli. Wel is de lente uitermate geschikt voor het zien van wilde dieren zoals walvissen en beren. De zomer brengt mild weer met zich mee. Vanaf juni tot september is het zonnig, met temperaturen van rond de 20 graden in het zuidelijke deel (van Nanaimo tot Victoria). In de noordelijke gebieden ligt de temperatuur vaak wat lager. Ook de herfst is mild, met temperaturen van rond de 12 graden Celsius. In november wordt het weer guur, met veel wind en regen. In het midden van november worden de eerste bergtoppen met sneeuw bedekt en kan het wintersportseizoen van start gaan.

Natuur, flora & fauna

Flora:

Vancouver Island kent verschillende ecosystemen. Er zijn regenwouden, moerassen, weiden, stranden, bergen, oceanen, rivieren en meren. Zoals je bij 'fauna' al hebt kunnen lezen voelen veel dieren er zich thuis. Een groot deel van de regio is beschermd parkland. Hier staan hele oude sparren (fir), cedarbomen en de zeldzame Garry oak (eik). De westkust fungeert als golfbreker. Het landschap aan de westzijde van het eiland heeft blootgestaan aan grote natuurlijke krachten. Dat is te zien aan de rotsen, fjorden en het ruige landschap. Het oostelijk deel van het eiland kent zachtere omstandigheden en meer geleidelijke uitlopers met vlakten en stranden.

Fauna:

Verschillende dieren die op het vasteland in grote aantallen leven, komen hier niet voor. Omgekeerd is het natuurlijk ook het geval. In het water en aan de kust trekken orka's, walvissen, zeeleeuwen en zeehonden de aandacht. Grijze walvissen zijn de meest geziene gasten. Zij trekken in de lente en herfst langs de westkust. Bij Long Beach komen ze erg dicht in de buurt van de kust. Bij Wya Point, Quisitis Point en Schooner Cove bevinden zich goede uitkijkpunten. Per boot kun je ze zien bij de Queen Charlotte Islands. Op het land zijn het wapitihert, de Vancouver Island Marmot en Vancouver Island Wolf de pronkstukken.

Bezienswaardigheden & activiteiten

Strathcona Provincial Park:

Het grootste park met de hoogste toppen van het eiland is Strathcona Provincial Park. In het park zijn onder meer de hoogste waterval van Canada (Delta Falls, 440 meter), de 2.200 meter hoge Golden Hinde en een oneindig netwerk van wandelpaden te vinden. Hoewel er toeristische knooppunten zijn, met tientallen ingerichte kampeerplaatsen, biedt het park uitermate veel pure natuur.

Pacific Rim National Park:

Hier staat het samenspel tussen water en land centraal. Pacific Rim National Park bestaat uit drie delen: de Broken Group Islands, de West Coast Trail en het populaire Long Beach. De Broken Group Islands is een archipel van honderd eilanden, de West Coast Trail loopt 77 kilometer door de wildernis en Long Beach is een twintig kilometer lang strand.

Cape Scott Provincial Park:

Dit park is gelegen in het uiterste noorden, waar de natuur op zijn puurst is en waar slechts enkele paden (die soms deels dichtgegroeid zijn) de aanwezigheid van mensen verraden. Het gebied is zo ruig, dat wandelingen eerder survivaltochten genoemd kunnen worden.

Duncan:

Duncan is het centrum van de First Nationshistorie. 'The City of Totems' is de bijnaam van de stad: in en om Duncan zijn tachtig totempalen te vinden, waaronder 's werelds grootste in diameter. Ook heeft Duncan het imago van een zogenaamde ‘slow food town’, met biologische producten en gerechten op de menukaart. In het Native Heritage Center, dat een gebied van vijf hectare beslaat, krijg je een indruk van de levensstijl, tradities en gebruiken van de oorspronkelijke bewoners van de Canadese westkust.

Tofino:

In maart en april vindt hier de grootste walvismigratie ter wereld plaats. Hoewel het natuurschoon voor iedereen bereikbaar is, zullen vooral jongeren zich vermaken in Tofino en omstreken. In de warmere maanden zit het er namelijk vol met zogenaamde ‘surfer dudes’ en backpackers. Het is door verschillende magazines uitgeroepen tot beste surfspot van Noord-Amerika. De mogelijkheden tot het zien van walvissen, de spa’s, culturele festivals en (botanische) tuinen zijn eveneens aandachtstrekkers.

Butchart Garden:

Deze tuinen op Vancouver Island werden in 1904 ontworpen door Jenny Butchart, de vrouw van een rijke cementfabrikant. De plaats waar ze de tuinen aanlegde was eigenlijk een uitgeputte zandsteengroeve. Van de steengroeve zelf maakte ze een groot, met bomen omgeven meer. Een grote rots uit de oude groeve doet dienst als rotstuin. Van daar heb je een prachtig uitzicht.
De 55 are grote tuin is opgedeeld in verschillende kleinere tuinen: een rozentuin met meer dan 100 soorten en een Italiaanse tuin. Je vindt er ook een klein museum, gelegen in Benvenuto, de oude familieresidentie. Je leert er meer bij over de geschiedenis van de cementfabriek en over de ontwikkeling van de tuinen. De tuinen worden nog steeds uitgebaat door de familie Butchart.

Victoria, British Columbia

Victoria is de hoofdstad van British Columbia en de meest toeristische grotere stad op het eiland. De stad is gebouwd rondom een baai. De voor Canadese begrippen oude gebouwen geven Victoria een historische en Britse aanblik. Victoria de meest geschikte uitvalsbasis om de natuur in het uiterste zuiden van het eiland te ontdekken. In de directe omgeving van de stad liggen de Butchart Gardens, met maar liefst 22 hectare aan tuinen met bloemen en planten.
Victoria, de hoofdstad van de provincie British Columbia, heeft een Engelse uitstraling en claimt Engelser te zijn dan Engeland. Zo rijden er rode dubbeldekkers rond, zijn veel huizen in tudorstijl gebouwd en vind je er verzorgde tuinen die de stad de bijnaam 'City of Gardens' hebben bezorgd. De Butchart Gardens en Hatley Castle zijn er voorbeelden van. Victoria is met meer dan 2.200 jaarlijkse zonuren een van de meest zonnige plaatsen in British Columbia. Het is een ideaal klimaat voor veel planten en bloemen, die goed gedijen in de vele tuinen. Er groeien veel exotische plantensoorten die in het overige deel van Canada niet tot nauwelijks voorkomen. Zo kom je in Victoria onder andere eikenbomen, eucalyptus en bananenpalmbomen tegen. Een hoogtepunt op cultureel gebied is het Royal British Columbia Museum, waar de nadruk ligt op de geschiedenis van Victoria en British Columbia.

Geschiedenis

Voordat kapitein James Cook in 1778 de kust van British Columbia ontdekte, was het gebied bevolkt door inheemse volken, waaronder de Salish en Songhees. Hun levensstijl veranderde drastisch toen de Spanjaarden en Britten aan het eind van de achttiende eeuw voet aan wal zetten. Zij handelden in bont en zetten vanaf de kust routes uit naar het binnenland, met Fort Vancouver als belangrijkste handelspost. In 1843 koos James Douglas in naam van de Hudson's Bay Company de plaats van het huidige Victoria uit voor een nieuwe handelspost.
De Britten kregen in 1849 heel Vancouver Island in handen na grensonderhandelingen met de Verenigde Staten en de daaruit voortvloeiende ondertekening van de Oregon Treaty. De Crown Colony of Vancouver Island was geboren, met Richard Blanshard als gouverneur. Met de ontdekking van goud op het vasteland van British Columbia in 1858, werd Victoria een belangrijke pleisterplaats voor mijnwerkers die de goudvelden van de landinwaarts gelegen Cariboo-regio introkken. In enkele weken tijd kwamen er 20.000 goudzoekers aan land; zij zorgden ervoor dat Victoria uit kon groeien tot een commercieel centrum. Op 21 juli 1871 werd British Columbia de zesde provincie van de Dominion of Canada, met Victoria als provinciehoofdstad.
Met de opening van de Canadian Pacific Railway in 1886 verloor Victoria haar positie als belangrijke handelsstad. Vancouver nam deze positie over en Victoria ontwikkelde zich tot een deftige, geciviliseerde stad. Dit beeld werd kracht bijgezet door het openen van de Butchart Gardens in 1904 en de bouw van het Empress Hotel en Craigdarroch Castle.
Het aantal landgoederen groeide gestaag en leverde een grote bijdrage aan het uiteindelijke karakter van de stad. Hoewel net vóór de Eerste Wereldoorlog geen nieuwe landgoederen meer werden aangelegd, ging de groei van de stad door. In de periode van de twee Wereldoorlogen werden steeds meer kleine dorpjes en landgoederen onder het gezag van de stad Victoria geplaatst.

Klimaat

Victoria heeft een gematigd klimaat, met milde winters en relatief droge zomers. De maximumtemperatuur in de winter ligt tussen de 6 en 10 graden. In mei stijgen de maxima naar een aangename 16 graden. Ook het najaar is een geschikt seizoen voor toeristen: in september is het nog 19 graden en in oktober circa 15.
De zomers zijn aangenaam warm en droog. Het kwik loopt op naar 20 graden Celsius, met af en toe uitschieters naar boven. In de zomermaanden is Victoria de droogste grote stad van Canada. Ongeveer tweederde van de jaarlijkse neerslag valt tussen november en februari, in de vorm van regen. Aangezien de temperatuur vrijwel nooit (ook 's nachts niet) tot onder het nulpunt daalt, valt er vrijwel geen sneeuw.

Bezienswaardigheden & activiteiten

Old Town:

Het oude stadsdeel van Victoria was het westelijke hoofdkwartier van de Hudson's Bay Company. Veel gebouwen en pleinen uit de negentiende eeuw zijn in stijl gerestaureerd, zoals het Bastion Square. Aan Market Square staan eveneens mooie historische gebouwen. In dit deel van de stad vind je ook het maritiem museum, dat gehuisvest is in de oude provinciale rechtbank. De rechtszaal uit 1889, waar rechter Matthew Begbie verschillende doodvonnissen (middels ophanging) uitsprak, verkeert nog in de oorspronkelijke staat.

Inner Harbour:

Het parlementsgebouw en Empress Hotel domineren het architectonische landschap van Victoria’s Inner Harbour. Het is aan te raden om deze gebouwen van zowel de binnen- als buitenkant te bekijken. Grote schilderijen en pleisterwerk sieren de muren. De tuinen zijn ook een bezoek waard: bloemenvelden, fonteinen en standbeelden steken af tegen de haven en bergen op de achtergrond. Verder vind je bij de haven veel winkels, restaurants en populaire attracties. Het is ook mogelijk om mee te gaan met een ferry voor een tour door de haven.

Bastion Square:

Bastion Square ligt in het hart van downtown. De ceremoniële ingangsboog, biedt zicht op de gouvernement straten, verwelkomt bezoekers naar de oorspronkelijke site van het oude Fort Victoria. Op de oude Victoria Fort site tussen het Gouvernement en de Wharf Sts, was Bastion Square eens een gevangenis, galg en een bordeel. Veel van de geschrobde stenen gebouwen zijn nu restaurants,pubs, boetieks of kantoren. Het plein kijkt uit op de binnenhaven. In de zomer, zijn de seizoensgebonden artisanale markt en vele outdoor patio's een ideale plek om te bezoeken.

China Town:

De twee-na-grootste Chinese wijk in Noord-Amerika ligt in Victoria. In de Chinatown van Victoria leven veel mensen die van origine Chinees zijn. Canada is een echt land van immigranten en in 1870 werd dit deel van het land overspoeld door grote groepen Chinezen. In die tijd ontstond de Chinese wijk al wat werd afgescheiden van de rest van de stad door de toegangspoort 'Gate of Harmonious Interests'. Op vele geveltjes hoekjes en dergelijke zijn diverse ornamentjes te ontdekken.

Royal British Columbia Museum:

Dit geschiedkundig museum ligt ook in de Inner Harbour en werd in 1886 geopend. Het kreeg de titel ‘Royal’ bij een bezoek van Queen Elizabeth II in 1986. In 2003 fuseerde het museum met de British Columbia Provincial Archives. Het museum bevat drie permanente tentoonstellingen: een natuurhistorische, een over moderne geschiedenis en een met de First Nations als onderwerp. In de natuurhistorische tentoonstelling vind je weergaven van de verschillende natuurgebieden in de provincie, met prehistorische bewoners zoals mammoeten. De First People’s galerie laat je zien hoe het leven voor en na de komst van de Europeanen eruitzag. Op het terrein van het museum staat het in 1852 gebouwde Helmcken House: een van de oudste gebouwen van de provincie. Het huis is ingericht met origineel meubilair.

Thunderbird Park:

Naast het Royal British Columbia Museum ligt Thunderbird Park, met daarin totempalen die door inheemse volken gemaakt zijn. In het park bevindt zich tevens het Mungo Martin House (Wawadit’la); een traditioneel huis uit 1953, gebouwd door Mungo Martin, het hoofd van de Kwakwaka’wakw-stam. Mungo Martin is een van de belangrijkste bijdragers aan de Kwakwaka’wakw-kunst, die zich kenmerkt door houtsculpturen en de kleurrijke schilderkunst.

Beacon Hill Park:

Het park is 75 hectare groot en bevat speelvelden, bloementuinen, exotische plantensoorten en een kinderboerderij. Bovendien staat er ook een boom die in 1929 door Winston Churchill werd geplant. Vanuit het park heb je een goed uitzicht op de Strait of Juan de Fuca, die de grens tussen Canada en Amerika vormt. In het park wordt sinds de negentiende eeuw cricket gespeeld en 's zomers vinden er veel openluchtconcerten plaats.

Craigdarroch Castle:

In het historische Rockland District, achter de binnenhaven, liggen oude villa's met prachtige tuinen. Craigdarroch Castle is er een van. Het is een kasteelachtig herenhuis uit het Queen Victoria-tijdperk. Het 'huis' werd in 1890 gebouwd en bevat 39 kamers, over een totale oppervlakte van 1.900 vierkante meter. De eerste eigenaar, de rijke steenkolenbaron Robert Dunsmuir (voorheen simpele Schotse immigrant), overleed voordat de bouw klaar was. Het hetzelfde geldt voor de architect. Toch heeft dit geen invloed gehad op de voltooiing: het werk is in een en dezelfde stijl voltooid. Bijzonder zijn de luxueuze, stijlvolle meubilering en aankleding, het gebrandschilderde glaswerk en het zeer gedetailleerde houtwerk.

Christ Church Cathedral:

De kathedraal is gebouwd in gotische stijl tussen 1926 en 1929. De kerk is afgewerkt met zandsteen en graniet en is een van de laatste kerken in Canada met echte klokken. De twee torens zijn 26 meter hoog.

Art Gallery of Greater Victoria:

De galerie werd in 1951 geopend en bevat werk van verschillende kunstenaars, waaronder Emily Carr. Hier vind je één van Canada’s beste Aziatische kunstcollecties. Samen met de Aziatische tuin zorgt dit voor een goed gevoel van authenticiteit. Het geboortehuis van Emily Carr kun je vinden naast het parlementsgebouw aan de Inner Harbour.

terug inhoud